Getallen | Notatie: |
Getallen
A Notatie, taal en betekenis
Uitspraak, schrijfwijze en betekenis van getallen, symbolen en relaties, Wiskundetaal gebruiken
1-fundament
Toelichting en voorbeelden bij 1-fundament
Toelichting en voorbeelden bij 1-streef
Paraat hebben
Paraat hebben
Paraat hebben
- 5 is gelijk aan (evenveel als) 2 en 3
- In veel situaties in het dagelijks leven worden getallen gebruikt. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de onderstaande betekenissen en functies:
- aantal: geld, voorwerpen
- telgetal: een nummer of de zoveelste in een telrij
- meetgetal: leeftijd, lengte
- naamgetal: rugnummer, buslijn
- rekengetal: '2 erbij 3' is 5.
Bedenk voorbeelden uit het dagelijks leven waarin getallen voorkomen. In welke voorbeelden reken je niet met het getal?- In het tafelgroepje zitten 5 kinderen: 2 jongens en 3 meisjes: 5 is gelijk aan 2 en 3, betekent dat je een hoeveelheid van 5 kunt splitsen in of samenstellen met bijvoorbeeld 2 objecten en 3 objecten. Dit is in wiskundetaal op verschillende manieren te noteren:
2+3=5; 3+2=5; 5=3+2; 5=2+3.- Het tegelpad heeft 200 tegels.
Het is 25 tegels lang en 4 tegels breed.
Hoe kun je deze situatie in wiskundetaal beschrijven?
(4x25=200; 25x4=200; 200:4=25; 200:25=4; 200=4x25)Weten dat getallen verschillende betekenissen hebben en dat je ermee kunt rekenen in contexten en in wiskundetaal.
De symbolen (+, -, x, :, =) kennen, de betekenis hiervan weten en relaties hiertussen kennen, zoals de inverserelatie tussen vermenigvuldigen en delen, en tussen optellen en aftrekken of de relatie tussen delen en herhaald optellen/aftrekken.
- In veel situaties in het dagelijks leven worden getallen gebruikt. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de onderstaande betekenissen en functies:
- aantal: geld, voorwerpen
- telgetal: een nummer of de zoveelste in een telrij
- meetgetal: leeftijd, lengte
- naamgetal: rugnummer, buslijn
- rekengetal: '2 erbij 3' is 5.
Bedenk voorbeelden uit het dagelijks leven waarin getallen voorkomen. In welke voorbeelden reken je niet met het getal?- Van situatie naar formele sommentaal. (Uit: Alles telt)
- Van optellen naar vermenigvuldigen. (Uit: Wereld in getallen)
Overgenomen uit: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S SLO